De 18de eeuw was een woeilige en broeierige periode uit ons verleden. We brengen het verhaal van Jan de Lichte en zijn bende in onze streek: wanneer en waar werden ze in Wetteren gesignaleerd? Wat hebben ze uitgespookt en op hun kerfstok in onze regio?
In 1713 gingen de Zuidelijke Nederlanden, na een periode van ruim 200 jaar onder bewind van de Spaanse Habsburgers, over naar de Oostenrijkse Habsburgers.
In 1744-1748 vallen de Fransen onder Lodewijk XV onze contreien binnen en bezetten deze streken. Het wordt een periode waarin de armoede, die in de Zuidelijke Nederlanden aal groot was, nog toeneemt. Hongeroproeren worden schering en inslag. Het is bijna vanzelfsprekend dat landlopers en andere lotgenoten overgaan tot diefstal, overval en brutale afpersing, ja zelfs moord.
In het Land van Aalst maakten verschillende bendes de streek onveilig. Aan het hoofd van één van die roversbendes stond Jan de Lichte (geboren in 1723 in Velzeke). Hij pleegde misdaden in wel 85 dorpen gelegen in een ruim gebied tussen het Land van Aalst en het zuiden van Oost-Vlaanderen. Wat velen niet weten is dat Jan de Lichte ook gedurende bepaalde periodes in en rond Wetteren actief is geweest. Deze gebeurtenissen zijn opgetekend in het boek 'Jan de Lichte en zijn bende' van Ernest Ternest, gemeentesecretaris te Wetteren en schoonvader van Jan Broeckaert.
Uiteindelijk zal Jan de Lichte Wetteren weer verlaten om enige tijd later na een heuse klopjacht door de Fransen te worden opgepakt. Hij wordt overgebracht naar Aalst, gevonnist en op het rad ter dood gebracht.